Het ravijnjaar 2026: Actie op lokaal niveau of wachten op landelijke reddingsboei?
Een staat zonder functionele regering wordt vergeleken met een schip zonder kapitein. Volgens deze analogie dobbert Nederland al ruim een halfjaar rond zonder duidelijke richting. De behoefte aan sturing wordt treffend geïllustreerd op gemeentelijk niveau. Lokale overheden krijgen er steeds meer taken bij en moeten voldoen aan steeds strengere kwaliteitsstandaarden. Ondertussen lopen de gemeenten vanaf 2026 gezamenlijk 10% van hun inkomsten mis. Lokale bestuurders spreken in 2026 over het ravijnjaar.
Budgetbeleid in transitie
De prangende financiële situatie is terug te leiden naar twee grote beleidskeuzes. Allereerst het beleid onder leiding van Ronald Plasterk, de voormalig minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. Plasterk pleitte voor de fusie van gemeenten in Nederland tot minstens 100 duizend inwoners. De fusies werden gepresenteerd als efficiënte oplossing voor een groot aantal urgente dossiers binnen het sociale domein. Het toenmalige kabinet stelde een ‘opschalingskorting' in. Als gevolg ontvangen kleine, niet-gefuseerde gemeenten structureel minder financiële overheidssteun dan gemeenten die wel zijn samengevoegd.
Daarnaast bewegen de gemeentelijke inkomsten tot 2025 mee met de rijksbegroting. Deze synchronisatie is gebaseerd op zaken zoals kostenstijgingen, bevolkingsgroei en de eisen aan openbare voorzieningen. Hierdoor zien lokale bestuurders momenteel voornamelijk groene cijfers, maar dit is slechts stilte voor de storm. Deze financieringsmethodiek verandert in 2027 naar gemeentelijke inkomsten op basis van het BBP. De regering kiest ervoor om niet over haar eigen graf heen te regeren en in 2026 nog niet te starten aan het nieuwe bekostigingssysteem. In 2026 vallen veel gemeenten dus tussen wal en schip.
Stuurloos schip
Het demissionaire kabinet heeft het – zogeheten – ravijnjaar controversieel verklaard en doorgeschoven naar een volgend kabinet. Tot die tijd wordt ons collectieve schip slechts beperkt bijgestuurd. Gezien de huidige politieke turbulentie zou het nog lang kunnen duren voordat Den Haag knopen doorhakt omtrent financieel, gemeentelijk beleid. Gemeenten hebben grote financiële onzekerheid in aanloop naar 2026. Bij het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten stemde de meerderheid voor het teruggeven van taken aan het rijk. Taken die destijds zijn gedecentraliseerd omdat de landelijke besluitvormer maar beperkt zicht had op lokale behoeften. Ook zijn er verschillende gemeenten die een aantal beleidsdossiers – bijvoorbeeld de financiering van de energietransitie of de woningcrisis - niet kunnen uitvoeren omdat dit geld op lange termijn niet meer beschikbaar is. Voornamelijk kleine gemeenten worstelen met een strategie rondom deze financiële vraagtekens. Lokaal openbaar bestuur kan geneigd zijn om te wachten tot een nieuwe regering een financiële injectie aanreikt terwijl de tijd onderhand steeds meer begint te dringen.
Strategische organisatie keuzes
Desalniettemin kunnen gemeenten ook vroegtijdig handelen om zich voor te bereiden op budgettaire tekorten. Een deel van de oplossing ligt in wendbaarheid, waarbij gemeenten hun interne organisatie anders dienen te benaderen. Het vergroten van aanpassingsvermogen begint bij opgave-gericht werken in plaats van werken vanuit de eigen afdeling of domein. Momenteel wordt nog te veel gefocust op het belang en de mogelijkheden van de eigen afdeling. Er is weinig aandacht voor structureel overleg met verschillende departementen en het belang van de afdeling heeft vaak met name de aandacht in plaats van de bedrijfsvoering van de totale organisatie en het belang van de burger. Een transitie van redeneren van buiten naar binnen is essentieel. Inhoud en financiën dienen samen te komen door eerst integraal de lokale opgave vast te stellen en vervolgens in kaart te brengen wat nodig is vanuit financiën, beleid, informatie en uitvoering. Op deze manier kunnen organisaties zich snel aanpassen aan veranderende omstandigheden terwijl verspilling van personele inzet, middelen en tijd aan overlappende of niet-essentiële activiteiten wordt voorkomen.
Om dit proces effectief te ondersteunen is het raadzaam om een duidelijke organisatiekoers en kaders te hanteren waarbinnen multidisciplinair kan worden gewerkt. Door een strategie te ontwikkelen die helpt om koersvast te blijven, kan stabiliteit van gemeenten worden versterkt te midden van de Haagse storm. Mocht u hier vrijblijvend vragen over hebben staat een van onze adviseurs u graag te woord.
Geschreven door Johannes Verboom, Young Professional en MSc Bestuurskunde